LibreOffice 7.3 Help
U kunt met behulp van de Navigator koppen en ondergeschikte tekst omhoog en omlaag verplaatsen in een documenttekst. U kunt kopniveaus ook omhoog en omlaag verplaatsen. Maak de koppen in uw document op met een van de vooraf gedefinieerde alinea-opmaakprofielen voor koppen om deze functie te gebruiken. Wilt u een aangepast alinea-opmaakprofiel voor een kop maken, dan kiest u Extra - Hoofdstuknummering, selecteert u het opmaakprofiel in het vak Alinea-opmaakprofiel, en dubbelklikt u op een getal in de lijst Niveau.
Als u de tekstcursor snel naar een kop in het document wilt verplaatsen, dubbelklikt u op de kop in de Navigator.
Om de Navigator vast te zetten, sleept u de titelbalk naar het uiteinde van de werkruimte. Om de Navigator te laten zweven, dubbelklikt u in het kader terwijl u de CommandCTRL-toets ingedrukt houdt.
Zorg er voor dat alle kopniveau's worden weergegeven in de Navigator. Standaard worden alle niveau's weergegeven. Zie de stappen hieronder om de weergegeven kopniveau's te wijzigen.
Op de werkbalk Standaard klikt u op het pictogram Navigator om de Navigator te openen.
Klik, in de Navigator, op het pictogram Inhoud weergeven.
U kunt het volgende doen:
Sleep een kop naar een nieuwe locatie in de lijst van de Navigator.
Klik op een kop in de lijst Navigator en klik dan pictogramNiveau hoger.of pictogram Niveau lager.
.
Om de kop zonder de onderliggende tekst te verplaatsen, houdt u de toets CommandCTRL ingedrukt terwijl u op de pictogrammen Hoofdstuk hoger of Hoofdstuk lager klikt.
Selecteer de kop in de lijst van de Navigator.
Klik op het pictogram Eén niveau omhoog of Eén niveau omlaag
.
Klik op het pictogram Weergegeven kopregelniveaus en selecteer vervolgens een getal in de lijst.